Hongarije is geen Polen

Geschatte leestijd: 5 minuten

De recente verkiezingen in Polen doen Donau-redacteur Tibor Hargitai denken aan de staat van de democratie in Centraal-Europa, in het bijzonder in Hongarije. Hij ziet enkele mogelijkheden tot een moeizaam herstel van het democratisch bestel in Hongarije.

De recente verkiezingen in Polen, waar de PiS (Prawo i Sprawiedliwość – Recht en Rechtvaardigheid) slechts 35.6% van de stemmen kreeg, doen mij vanzelfsprekend denken aan de staat van de democratie in Centraal-Europa, in het bijzonder in Hongarije. 

Door Tibor Hargitai

Polen en Hongarije hadden sinds 2015 op politiek vlak verschillende overeenkomsten. Zo werd de rechtsstaat grondig onder handen genomen in Polen, wat in Hongarije sinds 2010 al systematisch gebeurde. Een onafhankelijke rechtsstaat is een belangrijk ingrediënt in een democratie, dus dat in beide landen daaraan werd getornd door de regeringspartijen was absoluut reden voor grote zorgen in de Europese politiek. Maar het ontmantelen van de rechtsstaat is niet het enige wat er gebeurde. De oerconservatieve politiekvoering in de beide landen brachten ook andere aspecten van democratie in het geding. 

De ontmanteling van de democratie in Hongarije is echter verschillende stadia verder, en er kan moeilijk over democratie worden gesproken in Hongarije. Premier Orbán spreekt over een ‘illiberale democratie’ of ‘Christelijke democratie’, maar dat zijn termen waar het woord democratie wel erg hol begint te klinken. Een korte opsomming van enkele ontwikkelingen:

Persoonlijke vrijheden: 

  • Boekhandelaren krijgen boetes voor het plaatsen van (kinder)boeken met niet-heteroseksuele personages bij de kindersectie. Boeken met LGBTQ-personages behoren tot de 18+ categorie. Dat maakt dat een sprookjesboek met transgender en biseksuele personages als een bedreiging voor álle Hongaarse kinderen wordt gezien. 
  • Leraren op scholen in Hongarije mogen niet langer het demonstratierecht uitoefenen (dus doen hun leerlingen het voor ze), of ze dreigen ontslagen te worden.
  • De grondwet stelt dat het huwelijk tussen een man en een vrouw is.
  • Het is strafbaar om vluchtelingen (en andere migranten) op enige manier te ondersteunen. 
  • Om een abortus te kunnen plegen moet de zwangere vrouw eerst de hartslag van haar foetus hebben gehoord.

Academische vrijheid:

  • De Central European University (CEU) is verhuisd van Boedapest naar Wenen, omdat de Hongaarse staat de academische vrijheid van de universiteit niet wilde garanderen. 
  • Ministeries van de Hongaarse regering hebben plekken gekregen in de colleges van bestuur van universiteiten, om te borgen dat de academische peilen de juiste kant op richten. 
  • De Hongaarse Academie ter Wetenschappen moest zich vooral richten op onderwerpen als innovatie en niet de politieke ontwikkelingen in het land onder de loep nemen. 
  • Het Mathias Corvinus Collegium wordt door de regering met tientallen miljoenen euro’s gefinancierd om een nieuwe generatie conservatieve Hongaren op te leiden.

Mediavrijheid:

  • Onderzoeksjournalisten worden door Hongaarse ambassades gevolgd op hun reizen naar het buitenland. Zo rapporteerde de Hongarije ambassade in Den Haag naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Boedapest over het studiereisje van journalisten van de Hongaarse versie van Follow the Money (Átlátszó) op bezoek bij Follow the Money in Nederland. 
  • De grootste linkse krant Népszabadság wordt in 2016 van de ene op de andere dag opgeheven. De officiële reden is dat het verlies leidt, de onofficiële reden is dat de berichtgeving over corruptie een doorn in het oog is van de regering. 
  • De eindredacteur van het grootste internetplatform Index wordt plots ontslagen. Index was niet bij uitstek pro- of anti-regering, maar versloeg op de meeste vlakken het nieuws in het land. Na het ontslag pakten 80 collega’s van de eindredacteur te biezen en begonnen samen Telex. 
  • Onderzoeksjournalisten van onder andere Direkt36 werden door de overheid bespioneerd met de Pegasus-software, ontwikkeld door de Israëlische NSO – een cyberwapenbedrijf.
  • De Hongarije overheid heeft een platform opgericht om de 500 lokale krantjes die er zijn onder te brengen in een conglomeraat. Officiële reden: een transparant en onafhankelijk medialandschap. Het gevolg: een buitengewone kritische berichtgeving over de oppositie en positieve berichtgeving over de keuzen van de regering. Een tekstboekvoorbeeld van de propagandamachine uit de glorietijden van de Sovjet-Unie. 

Civiele vrijheden:

  • Niet-gouvernementele organisaties moeten aangeven als ze extern gefinancierd worden en worden bestempeld als ‘foreign agents’.

Overige vrijheden: 

  • Het kiesstelsel is op straatniveau hervormd, om de kans te maximaliseren dat de regeringspartij wint.
  • Hongaarse burgers worden in aanloop naar verkiezingen onder druk gezet om op Fidesz te stemmen. Bijvoorbeeld in de kerk. Maar ook de dreiging dat een neef van je zijn rechten op erfpracht ontnomen worden als je niet op de regeringspartij stemt. Positieve prikkels worden ook gegeven. Bijvoorbeeld doordat de lokale Fidesz-politicus de oude omaatjes uit het dorp uitnodigt voor een luxe diner.

Polarisatie

De tien jaar (2009-2019) dat ik in Hongarije woonde, vielen verschillende zaken op. De polarisatie in Hongarije is enorm. Je bent voor de Orbán of tegen hem. Je hebt Fidesz en de oppositie. Over politiek praten kan families opbreken, vriendschappen beëindigen en is in veel gevallen dan ook een taboe. Er is bijzonder weinig begrip voor het verhaal van de andere kant, en volgens mij in grote mate ook een onvermogen bij de oppositie om te begrijpen wát iemand ertoe aanzet om op Fidesz te stemmen. 

De ontmanteling van de democratie is genormaliseerd in Hongarije. Mensen die het niet eens zijn met het regeringsbeleid vertrekken uit het land of hebben het niet (meer) over de politiek. ‘Dat is veel te deprimerend’, ‘Daar is toch niets aan te veranderen’. Een belangrijke reden voor deze terneergeslagen stemming vloeit voort uit het gebrek aan een politieke partij met kaliber, die niet door Fidesz aangeschreven worden als de linkse internationale (communistische) elite die het land vanaf 2002 tot en met 2010 helemaal verziekten. Hiermee wordt bedoeld de regering van Gyurcsány die tijdens een partijcongres in 2006, na net herkozen te zijn, vertelde hoe zijn partij de Socialisten, het volk ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds voorgelogen had. 

Polen, zo blijkt nu weer, heeft wél een politicus in de oppositie van groots kaliber. Donald Tusk was na zijn premierschap van 2007 tot 2014 voorzitter van de Europese Raad (2014-2019). Ferenc Gyurcsány, oud-premier van Hongarije besloot na een dramatische vier jaar (2006-2010) niet uit de politiek te stappen, maar zijn eigen partij op te richten. Met de monsterzege van Fidesz in 2010 (53% van de stemmen, goed voor 67% van de zetels in het Hongaarse parlement) moest de oppositie zicht op een of andere manier verenigen (wat tot 2018 faliekant mislukte). Voor Fidesz was dat een fantastische voedingsbodem om de oppositie over een kamp te scheren, met de gefaalde oud-premier als de sleutelfiguur.  

Hoop?

Hoop is steeds verder te zoeken. Hoe ga je de strijd aan met zo’n geoliede antidemocratisch monoliet als Fidesz, met Viktor Orbán – vriendje van Poetin en Xi – aan het roer? De partijdiscipline binnen Fidesz is enorm, omdat een kritisch woord (of stem in het parlement) wordt afgestraft. De Fidesz-elite is omringd door welvarende zakenlieden die de voordelen van steun aan de partij inzien en graag helpen bij het verrijken van de politici zelf. 

Wat kan de oppositie doen? Het speelveld in Hongarije is dusdanig scheef door de invloed van de regeringspartij op de meeste aspecten van het publieke leven. Zo heeft de Pieter Omtzigt van Hongarije, Akós Hadházy met 230.000 volgers op Facebook (nog steeds het populairste platform in Hongarije) geen schijn van kans heeft. De partijgelden zijn voor de oppositie minimaal, terwijl Fidesz eigenlijk permanent campagne voert. Niet met het logo van de partij, maar met het logo van Hongaarse regering. 

Eind 2024 zijn er gemeenteraadsverkiezingen. In 2019 won de oppositie in verschillende steden, en met overtuiging in Boedapest. Sindsdien heeft de stad te kampen met financiële moeilijkheden als gevolg van een daling in de winstbelasting voor bedrijven die in de stad gevestigd zijn en door de hoge energieprijzen. 

Ik zie enkele mogelijkheden die de eerste stappen kunnen betekenen tot een moeizaam herstel van het democratisch bestel in Hongarije.

Een: in steden in Hongarije wint de oppositie in 2024 weer, en met meer stemmen. Ze vertolken het evangelie van liberale democratie en worden gesteund door de Europese Unie. 

Twee: Fidesz splitst intern. Een groeiend deel binnen Fidesz verzet zich tegen het economisch wanbeleid, de hoge inflatie en het extreemrechts en antidemocratisch beleid van de regering en beginnen een nieuwe partij. Een variantie hierop kan zijn dat als Viktor Orbán zou overlijden de politieke storm binnen de partij tot een implosie leidt.

Drie: een buitengewoon charismatische nieuwe politicus duikt op uit het niets en evenaart Orbán zelve in de manier waarop zij of hij het volk weet aan te spreken. 

De vraag is natuurlijk of zoiets een verbetering is. In ieder geval is duidelijk dat de Hongaren mogelijk een andere weg zullen bewandelen dan Polen, vooral ook omdat ze al veel verder weggedreven zijn van dat wat je zou kunnen beschouwen als een democratie. 

Avatar
Over Tibor Hargitai 3 Artikelen
Tibor Hargitai (PhD) is docent-onderzoeker verbonden aan de Haagse Hogeschool. Zijn promotieonderzoek ging over de rol van Eurosceptische partijen op het EU-beleid in Nederland en Hongarije aan de Corvinus Universiteit Boedapest. Woonde van 2009-2019 in Boedapest en heeft Hongaarse roots. Hij schrijft vaker over democratische ontwikkelingen in Hongarije, met een bovengemiddelde interesse in de Visegrád-landen. Doel: studenten inhoudelijk betrekken bij berichtgeving over de regio.
Contact: Twitter